Serc

Geschiedenis van Vlaardingen: in woord en beeld

Geschiedenis van Vlaardingen

Het Vlaardingen van tegenwoordig behoort tot de oudst bekende bewoonde gebieden in Holland. Uit opgravingen is gebleken dat er ten tijde van de late steentijd er al mensen in Vlaardingen woonden. Na deze periode was Vlaardingen met onderbrekingen bewoond. Tijdens opgravingen zijn resten van boerderijen uit de ijzertijd gevonden, tevens werd er vastgesteld dat het gebied voor Nederland dichtbevolkt was in die tijd.

Ook zijn er resten van de oudste dammen van West-Europa gevonden in Vlaardingen. Deze zijn door boeren rond 175 voor Christus aangelegd om hun land te beschermen tegen binnendringend water uit de kreken. Er is ook een klepduiker gevonden, deze is rond het begin van de jaartelling ingegraven. Deze klepduiker staat bekend als het oudste sluisje van West-Europa. De werking van de duiker is hetzelfde als een zelfregulerende sluis.

Niet bewezen is, dat rond het jaar 700 een nederzetting op twee terpen gesticht is: één met een handelsnederzetting en één met een religieuze bestemming. De kern van de handelsnederzetting zou te vinden zijn op de huidige Hoogstraat in de buurt van Blokmakersplaats. De kerk stond waarschijnlijk een stuk zuidelijker, op de huidige plaats van de Grote Kerk. Een geestelijke genaamd Heribald zou de stichter van de kerk zijn, hij zou de kerk aan Willibrordus geschonken hebben. Willibrordus schonk de kerk aan de Abdij van Echternach. De kerk van Vlaardingen behoort tot de oudste moederkerken van Holland. Omdat de terp van de kerk en de handelsnederzetting een geheel vormen, behoort de terp van Vlaardingen, Markt tot voorbij de Blokmakersplaats, tot de grootste uit Magna Frisia.

 

Vlaardingse Graven: in het jaar 985 na Christus krijgt graaf Dirk II van Holland het goed Masalanda in eigendom van de Duitse keizer. Dit gebied had Dirk II daarvoor al in leen verkregen. Het is een bijzonder strategisch gebied, want wie Vlaardingen beheerst heeft ook de Maasmonding in handen. Op deze manier kon er controle uitgeoefend worden op alle handel over de rivier. Dirk II bouwt in Vlaardingen een sterkte in combinatie met een omvangrijk grafelijk hof. Vanaf dat moment is Vlaardingen één van de hoofdsteden van het graafschap. De passerende handelsschepen werden uitgebuit door ( illegale ) tolheffing. Er volgen protesten bij het keizerlijke hof. In 1018 is de Eerste Slag bij Vlaardingen een feit. Graaf Dirk III verslaat met steun van de plaatselijke bevolking een leger van de Duitse keizer. Dat leger had als doel het stoppen van de illegale tolheffing. De Tweede Slag bij Vlaardingen in 1047 verloopt voor de Hollandse graaf minder goed af. Vlaardingen blijft daarna lange tijd bezet door de hertogen van Lotharingen. Hertog Godfried met de Bult ( Godfried III van Lotharingen ) wordt in 1076 te Vlaardingen om het leven gebracht, deze aanslag staat bekend als de Vlaardingse toiletmoord.

Decennia na de Tweede slag bij Vlaardingen kwam Vlaardingen weer in handen van een Hollandse graaf. Het strategische Vlaardingen werd verder uitgebouwd. Er zijn resten van een bijzonder grote romaanse kerk gevonden onder de huidige Grote Kerk. De Sint-Thomasvloed ( 1163 ) maakte abrupt een einde aan de groei van Vlaardingen en de positie van belangrijke handelsnederzetting ging verloren aan Dordrecht.

Vlaardingen heeft voor 1273 stadsrechten ontvangen, want Graaf Floris V verleent in 1273 uitbreiding van de reeds verleende rechten. Tot de bouw van stadsmuren is het nooit gekomen. Bij opgravingen aan de Kortedijk zijn wel restanten van een fundering gevonden, deze restanten wijzen op de aanwezigheid van een poortgebouw.

 

Tachtigjarige Oorlog: bij het begin van de Tachtigjarige Oorlog zijn er wat zorgen rond Vlaardingen. Omdat Vlaardingen geen stadsmuren heeft, stelt het defensief weinig voor. En doordat de Spanjaarden De Schans in Maaslandsluis ( het huidige Maassluis ) veroverd hebben, is Vlaardingen een ideale locatie om het prinsengezinde Schiedam aan te vallen. Willem van Oranje doorziet dit plan van de Spanjaarden en hij geeft het bevel om Vlaardingen niet bruikbaar te maken.

Poorters uit Schiedam plunderen Vlaardingen en steken de stad in brand. Weinig gebouwen overleven het vuur. Vluchtende inwoners van Vlaardingen krijgen geen toegang bij de poorten van Schiedam. Deze weigering heeft tot in lengte van dagen gezorgd voor conflictsituaties tussen Vlaardingen en Schiedam.

In het Twaalfjarig Bestand kwam de ambachtsheerlijkheid van Vlaardingen in handen van de Amsterdamse koopman Van Ruytenburch. In die periode was Vlaardingen een halfstad en herstelde moeizaam van de oorlog. De tweede ambachtsheer van Vlaerdingen en Vlaerdingen Ambacht is iemand die wereldwijd bekendheid geniet. Willem van Ruytenburch staat in zijn gouden harnas op de voorgrond van het schilderij De Nachwacht. In 1830 heeft Vlaardingen van de familie Van Leyden Gael de ambachtsheerlijkheid overgekocht en sinds die tijd is de stad Vlaardingen zelf ambachtsheer.

 

Visserij: in de 18e eeuw wordt de haringvisserij steeds belangrijker voor Vlaardingen. Concurentsteden Schiedam en Rotterdam gaan zich meer richten op de jeneverproductie en de handel. Vlaardingen groeit enorm door de zeevisserij, maar Vlaardingen wordt wel financieel afhankelijk van de visserij. In goede tijden was dit geen probleem, maar in oorlogstijd kon de vloot niet naar zee en waren er geen inkomsten. In 1813 werd Nederland een soeverein vorstendom en de goede tijden voor Vlaardingen braken aan. Vlaardingen werd zelfs de belangrijkste Nederlandse haven voor de haringvisserij. De Maasmond bleef dichtslibben en dat gaf problemen, de aanleg van de Nieuwe Waterweg en het Kanaal door Voorne waren een uitkomst. In 1881 kwam de spoorverbinding met de rest van het land tot stand, hierdoor ontstond de mogelijkheid om haringexport naar Duitsland te laten toenemen.

 

Vlaardingse havens en Vlaardingse industrie: Vlaardingen bleef van strategisch belang, omdat Vlaardingen een zeehaven, maar ook een Rijn- en Maashaven was. Hierdoor kon aan het eind van de negentiende eeuw de industrie zich ontwikkelen. Er kwam een boterfabriek en een meelfabriek ( gebroeders Van Dusseldorp ). De meelfabriek werd later bekend als “de Pelmolen” omdat er erwten werden gepeld.

Door de groei van de visserij was het nodig om een nieuwe haven voor Vlaardingen te maken. Want als er in de winter niet gevaren kon worden, dan liep men over de scheepsdekken van de ene kant naar de andere kant van de haven. Hierop werd besloten om een tweede zeehaven aan te leggen. Deze Nieuwe Haven is bekend onder de naam Koningin Wilhelminahaven.

De Eerste Wereldoorlog doet de Vlaardingse vissersvloot geen goed. De Vlaardingse economie draait om de visserij, dit houdt in dat aanverwante bedrijven het ook slecht hebben: scheepswerven, touwslagerijen, zeilmakerijen e.a. Het grootste deel van de bevolking gaat aan de geelhonger. Na de Eerste Wereldoorlog maakt de industrie in Vlaardingen een grote ontwikkeling door. Grote bedrijven vestigen zich in Vlaardingen, genoemd mag worden de Bataafse Petroleum Maatschappij en Levers Zeep ( Unilever ). Er werd zelfs een nieuwe haven aangelegd, de Vulcaanhaven. De Vulcaanhaven was toen de grootste particuliere haven van Europa en werd voor een groot deel gefinancierd door het Duitse Thyssen Stahl AG. De Vulcaanhaven werd gebruikt voor overslag van kolen van zeeschepen naar rijnaken. De oorspronkelijke ertskranen zijn in de Tweede Wereldoorlog verloren gegaan. Na de Tweede Wereldoorlog zijn er nieuwe kranen gebouwd, die tot op heden nog steeds bestaan. De minister van cultuur heeft de ertskranen opgedragen op beschermd te worden als monument van de wederopbouw.

 

Wederopbouw: Vlaardingen werd na de Tweede Wereldoorlog een stad van wederopbouw. Wijken uit deze periode van opbouw zijn de Westwijk en Babberspolder-Oost. Er werden bekende architecten aangetrokken om gebouwen te ontwerpen voor Vlaardingen. Gebouwen uit die periode zijn o.a.: het Holyziekenhuis ( inmiddels gesloopt ), de technische school ( ook gesloopt ), het Cincinnatigebouw en Station Vlaardingen Oost.

Door de groei van Vlaardingen gingen stankoverlast en luchtverontreiniging parten spelen. Hierdoor werd er door de rijksoverheid ingrepen en de groei werd tegen gehouden. Vlaardingen kon zich uiteindelijk herstellen en werd een zeer groene stad aan de rand van een groot havengebied. Dit resulteerde zelfs dat Vlaardingen in 2010 werd gekozen tot “Groenste Gemeente van Europa”.

De Krabbeplasman

Krabbeplasman: is de naam van een skelet gevonden in Vlaardingen. Het skelet is naar schatting ruim 3.300 jaar oud. Onderzoek heeft uitgewezen dat er met zekerheid menselijk DNA in het skelet is aangetroffen. Het skelet is dus voorzien van het oudste menselijke DNA dat ooit in Nederland is gevonden.

Drie spelende jongens hebben botten van het skelet in 1990 ontdekt in recreatieplas “De Krabbeplas”. In twee kiezen van de Krabbeplasman is door DNA-onderzoekers goed bewaard celmateriaal gevonden. Onderzoek had al aangetoond dat het om DNA-materiaal ging, in juni 2007 is dat definitief vastgesteld.

De geschatte leeftijd van de Krabbeplasman is 43 jaar en hij leefde omstreeks 1300 voor Christus in de bronstijd. Hij is de oudste Vlaardinger van wie de stoffelijke resten bewaard zijn gebleven, in de bronstijd was het gebruikelijk om de doden te cremeren. Hoe de man gestorven is, is niet vastgesteld.